Simon Geschke is al lang onderdeel van Team Sunweb. Momenteel is hij een grote helper van Wilco Kelderman in de Vuelta a España. Op de eerst rustdag van de Vuelta 2018 spraken wij met Geschke over z’n 10e jaar als professioneel wielrenner.
Hoe verloopt de Vuelta voor jou?
Met mij gaat het prima. Dit jaar lagen de Tour de France en de Vuelta op de koerskalender vlak na elkaar. Tussendoor heb ik ook nog de Clásica San Sebastián gereden, dus ik ben wel een beetje vermoeid. Maar tot nu toe kan ik nog veel voor Wilco Kelderman betekenen, dus daar ben ik blij mee. Mijn vorm was tijdens de Tour wel beter, maar ik hoop dat ik tijdens deze ronde weer naar dat niveau stijg.
Je brak je sleutelbeen tijdens Tirreno-Adriatico dit voorjaar. Hoe heeft dat jouw fietsseizoen beïnvloed?
Gelukkig heeft het weinig invloed gehad op mijn seizoen. Maar het heeft m’n voorjaar natuurlijk wel onderbroken. Zo wilde ik goed zijn tijdens de klassiekers in de Ardennen, maar omdat mijn eerste wedstrijd de Amstel Gold Race was miste ik wat wedstrijdritme. Eigenlijk had ik tijdens de Tour de France pas mijn gewenste vorm te pakken.
Wat is het advies dat jij aan amateurfietsers met een blessure kan geven?
Dat is natuurlijk heel erg afhankelijk van de blessure. Maar over het algemeen gezien is “neem de tijd” een advies dat voor elke blessure opgaat, denk ik. Zeker met een ontsteking in bijvoorbeeld de knie. Of een knieblessure in het algemeen. Het kan heel verleidelijk zijn om te snel op de fiets te gaan zitten. Ik ben hier zelf ook schuldig aan, moet ik bekennen. Ik houd totaal niet van trainen op de rollers, dus ik wil altijd weer zo snel mogelijk naar buiten met de fiets.
Heb je ondertussen de status van ‘gevestigde renner’ in het peloton?
Ik denk het. Ik ben ondertussen al lang onderdeel van het peloton. Dit is mijn tiende jaar, en ik heb aardig wat wedstrijden gereden. Een groot deel van het peloton rijdt net zo lang, dus ja, ze kennen me wel.
Je vader, Jürgen Geschke, was een Olympische baanfietser. Wat is zijn invloed op jouw fietscarrière geweest?
Mijn vader heeft me overduidelijk in de fietswereld geïntroduceerd. Al zou je kunnen zeggen dat hij een andere sport beoefende; hij was baanwielrenner. Toen ik jong was had hij al een punt gezet achter z’n professionele carrière, en was hij meer into de fietssporten op onverharde ondergrond. Maar hij had een oog voor talent, en zag vrij snel dat ik gevoel voor de fiets heb. Hij zette mij op de wegfiets, wat ik leuk vond, en raakte al snel verslaafd aan de sport. Toentertijd, in de tijd van Jan Ulrich, was wielrennen heel groot in Duitsland. Na het zien van mijn eerste Tour de France besloot ik dat ik dat ooit ook wilde.
Je eet geen vlees. Hoe beïnvloedt dit jouw voedingsschema, als wielrenner?
Klopt, ik probeer sinds 2016 zo goed als mogelijk vegetarisch te eten. Maar het is niet altijd makkelijk om vervangers van zuivelproducten te vinden; dat vereist behoorlijk wat organisatie. Zeker wanneer je onderweg bent, op bijvoorbeeld een vliegveld of tankstation, kan je niet altijd alternatieven vinden. Al wordt dat wel steeds beter. In het team (Sunweb) hebben we een geweldige chefkok die er voor zorgt dat ik voldoende voedingsstoffen binnenkrijg, wat het voor mij wat makkelijker maakt.
Heeft deze keuze effect op je wedstrijden en herstel?
Nee, helemaal niet! Dit jaar reed ik mijn beste Tour de France ooit, en ik at 100% vegetarisch. Vanuit het team wordt onze voeding en geleverde prestatie continu gemonitord, waardoor ze er voor kunnen zorgen dat het lichaam goed blijft presteren. Er zijn, natuurlijk, mensen die denken dat je als vegetariër alleen maar op salades leeft, maar dat komt niet eens in de buurt (lachend). Als vegetariër op het hoogste niveau de sport beoefenen is heel goed mogelijk.
Is er, na 10 jaar, nog een onderdeel van wielrennen waarin jij jezelf wilt verbeteren?
Ik probeer mezelf altijd te verbeteren: niemand is perfect. Zo zou ik graag nog wat agressiever willen zijn in het peloton. Zeker wanneer het op positionering aankomt, waarvan ik denk dat dit een van mijn zwakkere punten is. Ik zit soms op de verkeerde plekken, omdat ik niet agressief genoeg ben om mijn positie te verdedigen. En daar probeer ik nu veel aan te werken. Het is alleen niet iets waar je voor kunt trainen; je moet het “live” doen, tijdens de wedstrijden! (lacht)
Je bent het afgelopen decennium onderdeel van hetzelfde – met wisselende sponsoren – team. Hoe voelt het om, voor het eerst in je carrière, van team te switchen?
Het voelt een beetje raar, dat zeker. Maar ik heb ook veel zin in een nieuwe uitdaging. Dit is mijn tiende seizoen met dit team, en ik werk al tien jaar voor hetzelfde bedrijf. Snap je wat ik bedoel? Ik denk dat het een goed moment is om van team te switchen. De timing is goed, en ik heb een goed gevoel bij de keuze die ik heb gemaakt. Het voelt als een avontuur, en ik hoop dan ook dat het mijn carrière nog een kleine boost geeft.
Wat zijn, terugkijkend naar de afgelopen 10 jaar met het team (dat nu onder de naam ‘Team Sunweb’ doorgaat) je meest favoriete momenten?
Wow, dat zijn er veel. Bijna elk jaar heb ik wel iets geweldigs mogen meemaken. Vorig jaar was een groot jaar, met Tom Dumoulin die de Giro d’Italia won. Maar ook mijn eerste Tour de France met deze ploeg, ik als neo-professional in 2009, was geweldig. En de vier etappe-overwinningen in de Tour met Marcel Kittel vergeet ik nooit meer. Of de eerste keer dat de gele trui om de schouders van een ploeggenoot hangt… Ik kan nog wel even doorgaan. Ik heb zoveel mooie momenten meegemaakt!