De laatste jaren zijn we als Nederlanders behoorlijk verwend met de verschillende sterke ronderenners. Eigenlijk begon de gouden generatie met Robert Gesink, die snel werd aangevuld door renners als Bauke Mollema. Inmiddels is Tom Dumoulin onze grootste ronderenner en de eerste Nederlander die sinds lange tijd weer een grote ronde wist te winnen. Maar twee jaar voor deze prachtige overwinning van Dumoulin, leek het er even op dat Steven Kruijswijk er met deze eer vandoor zou gaan. Hij had de overwinning op de Giro d’Italia 2016 binnen handbereik.
Steven Kruijswijk als stabiele ronderenner
Want in 2016 had hij de roze trui strak om zijn schouders. Niks leek de overwinning meer in de weg te staan. Totdat hij tegen die ene sneeuwwand aanreed en Vincenzo Nibali er met de winst vandoor ging. En dat is doodzonde, want het had de ultieme bevestiging van de renner Steven Kruijswijk kunnen zijn. Hij reed eerdere jaren goede klassementen, maar had tijdens de eerste weken vaak te maken met pech. Toch gaf hij nooit op, en kwam hij zelfs in de laatste week mee met de beste klimmers.
De eerste keer dat Kruijswijk in een grote ronde met klassementsambities rondreed, was in 2011. Hij zat toen net een jaar bij de toenmalige Rabobank-ploeg en reed naar een knappe achtste plaats. In het jongerenklassement werd hij zelfs tweede, op twee minuten achter Roman Kreuziger.
De jaren daarop wist hij helaas niet te voldoen aan de verwachtingen die door deze goede prestatie werden geschapen. Hij reed in kleinere rondes hier en daar toptien, maar op een overwinning in het klassement van de Arctic Race of Norway na was er eigenlijk niks om naar huis te schrijven.
Zij aan zij met Contador
2015 was het jaar waarin we eindelijk weer zijn kwaliteiten zagen. Tijdens de Giro van dat jaar reed hij in de eerste week erg matig, maar door een goed einde wist hij daar als negende te eindigen. Door de diskwalificatie van Alberto Contador is hij in de geschiedenisboekjes zelfs een plekje opgeschoven. Het was een begin van een goede periode.
Het jaar daarop was de eerder genoemde Giro van 2016, om vervolgens in 2017 andermaal in de Italiaanse ronde te starten. Helaas was de vorm er dat jaar niet en gaf hij dankzij ziekte uiteindelijk op.
Op dat moment kun je aan jezelf gaan twijfelen. Misschien heeft Steven dat ook wel gedaan, maar naar buiten toe heeft hij daar niet veel van getoond. De afgelopen Tour de France liet zien dat hij echt een rijder is die een goed algemeen klassement kan rijden. Samen met Primož Roglič reed hij een dijk van een Tour en eindigde hij zeer netjes als vijfde.
Met de vorm die hij nu heeft, wil hij in de aankomende Vuelta a España andermaal een goed klassement rijden. En het is een renner die bekend staat om z’n goede derde week, wat gunstig is. Het is dan ook te hopen dat hij de eerste week zonder al te veel pech doorkomt. Als hij gezond op de fiets blijft zitten, dan kan hij in de laatste week misschien wel eens een belangrijke kandidaat voor de eindoverwinning zijn.